CategoryMedezeggenschapsstructuur

De werkconferentie, een slimme methode!

Een werkconferentie is een gezamenlijke bijeenkomst van OR, directie en management met als doel om belangrijke thema’s van de organisatie diepgaand met elkaar te bespreken.

Bij verschillende van onze klanten hebben we de werkconferentie succesvol geïntroduceerd en gefaciliteerd, waaronder bij Teijin Aramid, DSM, AkzoNobel, NS, de Alliantie en Stegeman. We delen onze ervaringen hierbij graag!

Wat een werkconferentie is

Op een werkconferentie staat meestal een hoofdthema centraal. De druk van een vergadering met een aantal agendapunten geldt hier niet. Een werkconferentie duurt vaak een hele dag, maar ook wel eens een dagdeel.

Soms wordt er een kort verslag gemaakt, maar er wordt beslist niet genotuleerd omdat dat spontane reacties zou kunnen belemmeren.

De sfeer is los, ongedwongen. De deelnemers spreken op voet van gelijkwaardigheid open met elkaar. Na een plenair gedeelte over het doel van de werkconferentie, het programma en de kennismaking wordt er meestal veel in subgroepen gewerkt. Dit stimuleert de dynamiek en interactie tussen directie, management en de OR.

De grote waarde van een werkconferentie is de interactie tussen de deelnemers, waardoor inzicht en begrip voor elkaars opvattingen groeit. Deelnemers weten elkaar na een werkconferentie makkelijker te vinden en aan te spreken. Hierdoor is het effect van een werkconferentie op de onderlinge verhoudingen in de organisatie groot en duurzaam.

Welk resultaat precies wordt nagestreefd, moet vooraf geaccordeerd en bekend zijn bij alle deelnemers.

Een werkconferentie is meestal beeld- en oordeelvormend over een bepaald onderwerp. De feitelijke besluitvorming volgt dan op een later moment.

Geschikte onderwerpen

Veel onderwerpen lenen zich voor een werkconferentie. Onderwerpen die met organisatieveranderingen te maken hebben zijn hiervoor zeker geschikt. We hebben bijvoorbeeld ervaring met het faciliteren van werkconferenties over:

  • Strategische koers
  • Fusie, overname, verkoop
  • Reorganisatie
  • Outsourcing
  • Medezeggenschapsstructuur
  • Duurzame inzetbaarheid

Vanzelfsprekend kunnen ook andere onderwerpen geschikt zijn voor een werkconferentie. Van belang is dat directie en OR prioriteit geven aan het onderwerp.

Deelnemers

De directie, management en de OR-leden zijn deelnemers aan de werkconferentie. Afhankelijk van de thematiek kunnen in gezamenlijk overleg ook anderen worden uitgenodigd, zoals bijvoorbeeld bepaalde medewerkers, de Raad van Commissarissen of een externe partij.

Het is essentieel om de juiste personen in de zaal te hebben. Mensen die met het betreffende onderwerp beleidsmatig of functioneel aan de slag zijn. Mensen die ook van hogerhand te kennen hebben gekregen vrijuit op de werkconferentie te mogen praten.

De verwachtingen van de deelnemers moeten goed worden gemanaged. Als er bijvoorbeeld over bepaalde deelaspecten al besluiten zijn genomen, dan moet dit voor iedereen van tevoren duidelijk zijn.

Voorbereiding en begeleiding

Een goede voorbereiding van de werkconferentie is het halve werk. Met de hoofdrolspelers (directie, management en OR) wordt vooraf duidelijk het doel, het gewenste resultaat, de deelnemerslijst, de werkvormen, het moment en de duur van de werkconferentie besproken.

Vaak is het verstandig om de werkconferentie extern te laten begeleiden en de facilitator vooraf met de hoofdrolspelers te laten praten en te laten meedenken over de locatie en geschikte werkvormen, zoals het World Café, wandelopdrachten of kampvuursessies.

Conclusie

De werkconferentie is een slimme methode om de samenwerking tussen de OR, directie en management op dynamische wijze te bevorderen en gezamenlijk tot goede resultaten in vaak complexe dossiers te komen.

Vanuit Waarde voor Organisaties willen we het instrument van de werkconferentie bevorderen, omdat we in de praktijk prachtige resultaten hebben gezien. Wellicht is de werkconferentie ook iets voor u?

 

Herman Hekkers, Marijke Smit, Michaël Stamatiou

hermanhekkers@wvo-vanwaarde.nl en 06 – 510 43 745

marijkesmit@wvo-vanwaarde.nl en 06 – 536 10 344

michaelstamatiou@wvo-vanwaarde.nl en 06 – 205 01 595

 

 

Samenwerking van medezeggenschap in één concern

In veel concerns is zowel de zeggenschap als de medezeggenschap in een aantal lagen verdeeld. Zoals bestuurders onderling tussen de lagen afstemmen, verwacht je dat medezeggenschapsorganen dat ook zouden doen. De praktijk is echter vaak weerbarstiger. Ik vind dat de medezeggenschap sterker wordt door bewust de onderlinge samenwerking te zoeken.

Medezeggenschapstructuur: van complex naar eenvoudig?

Hoe complexer concerns in elkaar steken, des te ingewikkelder is meestal ook de medezeggenschapsstructuur. Ik kom concerns met vele medezeggenschapslagen en -organen tegen, bijvoorbeeld met ondernemingsraden (ORen), Groepsondernemingsraden (GORen), een Centrale Ondernemingsraad (COR), Onderdeelcommissies (OC’s) en personeelsvertegenwoordigingen (pvt’s), naast een Europese Ondernemingsraad (EOR) en collega-ORen in het buitenland. Soms zijn er dan ook nog varianten als een Tijdelijke Ondernemingsraad (TOR), een Divisie Ondernemingsraad (DOR) en een Gemeenschappelijke Ondernemingsraad (Gem.OR).

Een voordeel van veel lagen is dat de medezeggenschap de zeggenschap op de voet volgt en spiegelt: “ Elke directeur verdient zijn eigen medezeggenschapsorgaan”.

Een groot risico van een structuur met veel lagen is dat medezeggenschappers van elkaar niet meer weten waarmee ze bezig zijn. Zo dreigen sommige onderwerpen nergens of juist dubbel te worden opgepakt. Ook zien medewerkers door alle bomen het bos niet meer: welk medezeggenschapsorgaan vertegenwoordigt nu welke belangen?

Als de zeggenschapsstructuur het toelaat, verdient een eenvoudige medezeggenschapsstructuur verreweg de voorkeur. Overlap wordt dan eerder voorkomen, afstemming is vlotter te realiseren en medezeggenschap wordt voor iedereen herkenbaarder. Medezeggenschappers kennen elkaar eerder en weten elkaar beter te vinden.

Ik besef dat dit misschien wel makkelijker is gezegd dan gedaan. Bij veel concerns worden immers juist ingewikkelde matrixorganisaties ingevoerd, waardoor business lijnen en functionele lijnen (HR, Finance, Inkoop, enz.) elkaar kruisen en de zeggenschap soms in het buitenland wordt belegd. Daar past eigenlijk nauwelijks een adequate medezeggenschapsstructuur bij.

De noodzaak van samenwerking

Ik kom als adviseur soms “verweesde” medezeggenschapsorganen tegen. Meestal zijn dit ORen die wel weten dat zij onderdeel uitmaken van een groter geheel en misschien zelfs een afgevaardigde naar een GOR of COR hebben, maar die toch vrij geïsoleerd met hun eigen onderwerpen aan de slag gaan. Zij zouden ontzettend kunnen profiteren van de kennis en kwaliteit elders in de medezeggenschap. Bij bijvoorbeeld een reorganisatie hoeven zij het wiel zelf niet opnieuw uit te vinden als zij gebruik maken van ervaren collega-medezeggenschappers. Misschien zou elk concern wel een expertisegroepje moeten hebben dat als vraagbaak kan dienen en zich daarmee ook profileert. Een dergelijk expertisegroepje zou zich kunnen laten begeleiden en adviseren door externe deskundigen.

Als ik met COR-leden spreek, valt het mij vaak op dat zij goed weten wat er in de COR en hun eigen OR speelt, maar niet of nauwelijks wat er onder andere medezeggenschapsorganen in het concern leeft. Voor een COR is het dan lastig om goed gefundeerde adviezen of instemmingen te geven die van gemeenschappelijk belang zijn en effect hebben op veel -of zelfs alle- medewerkers van het concern (in Nederland)..

Het ideale model: nauwe samenwerking

Gelukkig zie ik dat het ideale model ook regelmatig in de praktijk wordt gebracht. Dan wordt er bijvoorbeeld een advies- of instemmingsaanvraag bij de COR ingediend en stelt deze meteen een werkgroep met medezeggenschappers (en soms ook andere medewerkers) uit de verschillende delen van de organisatie samen om een préadvies op te stellen. Hierdoor wordt kennis en ervaring van betrokkenen direct in de overwegingen meegenomen. De kwaliteit van de adviezen en instemmingen stijgt hierdoor, evenals het draagvlak voor besluiten.

Een mooi voorbeeld is een instemmingsaanvraag over een landelijk werkende arbodienst die door de bestuurder bij de COR wordt ingediend. Eerder was er per OR ooit instemming gegeven voor een arbodienst voor het eigen bedrijf. Nu is er een gemeenschappelijk belang en komen de per bedrijf gemaakte afspraken te vervallen. Dat betekent dat de bevoegdheden ook bij de COR liggen. Aangezien de ORen over dit onderwerp ooit gedachten hebben gehad en die hebben neergelegd in hun instemming, doet de COR er verstandig aan om de inbreng van de ORen actief op te zoeken. De COR hoeft hun standpunten niet over te nemen, maar kan er wel terdege rekening mee houden.

Ik ben ervan overtuigd dat nauwe samenwerking tussen medezeggenschapsorganen betere resultaten oplevert. Als je hier voorbeelden van hebt (of andere opmerkingen), dan zou ik graag een reactie van je ontvangen!

 

Marijke Smit

marijkesmit@wvo-vanwaarde.nl

06 – 536 10 344

© 2024 Blog van waarde

Thema door Anders NorénOmhoog ↑